{Score}/{MaxScore}

Verbanden

Bestudeer de volgende Kennisbankitems.

Kennisbank  Tabel
Kennisbank  Rekenschema's

Beantwoord de vragen.

Een rechthoek

Een rechthoek heeft een oppervlakte van `32  "cm"^2`.
Er is een verband tussen de `"lengte"` en de `"breedte"` van de rechthoek.
Als de `"lengte"` weet, kun je de `"breedte"` uitrekenen.

Bekijk de tabel.

`"lengte"` `"(cm)"``1``4``8``16`
`"breedte"` `"(cm)"``32``"a"``"b"``2`

Welke getallen moeten op de plaatsen `"a"` en `"b"` worden ingevuld?

`"a"` =
`"b"` =

De ritprijs

De `"ritprijs"` die een taxibedrijf rekent, hangt af van de `"afstand"` van de rit.
Er is een verband tussen de `"afstand"` en de `"ritprijs"`.

Bekijk de tabel.

`"afstand"``"(km)"``2`    `4`  `6`   `8` 
`"ritprijs"` `"(euro)"``7` `12``17``22`

Maak de formule bij de tabel verder af door de juiste getallen in te vullen.

`"ritprijs"` =  `xx` `"afstand"` +

Cijfers proefwerk

Een leraar gebruikt bij het berekenen van de `"cijfers"` voor een proefwerk de volgende formule:

`"c"` = `"p"` : `5` + `1`

In de formule is `"p"` het `"aantal punten"` dat een leerling heeft gehaald en `"c"` het bijbehorende `"cijfer"`.

Bekijk de tabel

`"p"``20``24``28``32`
`"c"``5` `"a"``"b"``7","4`


Welke getallen moeten op de plaatsen a en b worden ingevuld?

`"a" =`
`"b" =`

Kaars

Een kaars van `24  "cm"` wordt aangestoken.
Ieder uur dat de kaars brandt, wordt de kaars `3  "cm"` korter.
Er is een verband tussen de lengte `"l"` (in  `"cm)"` van de kaars en de brandtijd `"b"` in `"uren"`.

Welke formule past bij dit verband? 

Lettervariabelen

Schrijf zo kort mogelijk.
(Gebruik ook geen `xx` of ·).

`4"a" + "a + 3"b"` =
`7"a" - 2"b" - 4"a"` =
`5"a" + 3"b" - 4"b"` =
`4"a" + "a" - 5"b"` =

De omtrek

 Van een figuur met `12` zijden geldt `"omtrek" = 4"p" + 8"q"`.

  1. Bereken de `"omtrek"` als `"p"` = `2","5` en `"q"` = `3","5`.

  2. Je weet dat `"p"` = `5` en `"omtrek"` = `100`.
    Hoe groot is `"q"`
     dan?

 Vul in:

  1.  `"omtrek"` =
  2.  `"q"` =

Het rekenschema

Bekijk het volgende rekenschema:

`"g"`  →  +`3  → xx 2` →  `"u"`

  1.  Bereken `"u"` als `"g"` = `4`.

  2. Maak voor je zelf een terugrekenschema en gebruik het terugrekenschema om `"g"` uit te rekenen als `"u"` = `21`.

Vul in:

a. `"u"` =
b. `"g"` =

Het rekenschema

Bekijk het volgende rekenschema:

`"g"`  →  +`3  → xx 2` →  `"u"`

Welke formule past bij dit rekenschema?

v1.12.0.0 Copyright © 2024 VO-next