{Score}/{MaxScore}

Je ziet een reeks van driehoeken. Figuur `0` is een gelijkzijdige driehoek.
Bij figuur `1` zijn de middens van de drie zijden met elkaar verbonden. Door de middelste driehoek grijs te kleuren, blijven er drie kleinere witte gelijkzijdige driehoeken over die samen figuur `1` vormen. Hetzelfde gebeurt bij de witte gelijkzijdige driehoeken van figuur `1` en zo ontstaat figuur `2`. Enzovoort.



Van de gelijkzijdigen driehoeken zijn de zijden `100` `"cm"`.

Er is een verband tussen de totale `"oppervlakte"` van de witte driehoeken in een figuur en het bijbehorende nummer `n` van de figuur. Bij dit verband hoort de volgende formule

`"oppervlakte" = 4330 \times 0","75^"n"`

Hierin is `"oppervlakte"` in `"cm"^2`.

Bereken hoeveel `"cm"^2` de totale oppervlakte van de witte driehoeken in figuur `5` is.
Schrijf je berekening op en rond je antwoord af op een geheel getal.

 

Bij welk nummer van de figuur is de totale oppervlakte van de witte driehoeken voor het eerst minder dan `100` `"cm"^2`?
Schrijf je berekening op.

 

v1.12.0.0 Copyright © 2024 VO-next