Om een patiënt onder narcose te brengen wordt `660` `"mg"` van een narcosemiddel in het bloed gespoten.
De hoeveelheid narcosemiddel neemt per uur met `25%` af.
Bij het verband tussen de hoeveelheid narcosemiddel (`"H"`) en de tijd (`"t"`) in `"uren"` na het toedienen hoort de volgende formule:
`"H"` = `660 xx` `0","75^"t"`
Na het toedienen van het middel is `8` uur verstreken. Hoe groot is `"H"`?
Rond je antwoord af op een geheel aantal `"mg"`.
Vul in: `"H" = `
`"mg"`