Niet ingelogd
Je bent niet ingelogd. Antwoorden en resultaten worden slechts tijdelijk opgeslagen.
Bouw en werking van het oog
Om te kunnen zien is licht nodig. Alles wat je ziet zendt zelf licht uit (lichtbron) of kaatst licht terug dat erop valt. Maar alleen licht is niet genoeg. Je hebt ook zintuigen nodig die op het licht kunnen reageren. En hersenen die de informatie van de zintuigen verwerken.
Opdracht 1 Het netvlies
Bekijk enkele fragmenten uit Klokhuis en beantwoord de vragen.
1
Hoe heet het deel van je oog dat de beeldinformatie opvangt?
2
Hoe heet het deel dat de informatie doorgeeft aan de hersenen?
3
Hoeveel soorten lichtgevoelige cellen heb je in je oog?
4
Zie je met alle delen van het netvlies even scherp?
5
De oogarts in het filmpje druppelt het oog om meer licht in het oog te krijgen.
Welk deel van het oog verandert dan?
Opdracht 2 Pupilreflex
In tweetallen.
Werkwijze:
- Ga tegenover elkaar staan.
- De proefpersoon bedekt één oog met een hand gedurende een minuut.
- De proefpersoon haalt de hand weg en kijkt naar het licht. De waarnemer kijkt wat er met de grootte van de pupil gebeurt, Hoe lang duurt de reactie ongeveer?
Pupilreflex
Zet de foto’s in de juiste volgorde van weinig licht tot veel licht:
Opdracht 3
Licht en donker
Is er een verschil hoe je kleuren ziet in het licht en in het donker?
Benodigdheden
:
- twee sets van 30 identieke kleine voorwerpen van drie verschillende kleuren (b.v legosteentjes, dopjes van flesjes etc.)
- ruimte die slechts heel zwak verlicht is.
- Ga de verduisterde ruimte in.
- Geef de proefpersoon de eerste set voorwerpen en laat ze op kleur in drie stapeltjes sorteren. Laat de voorwerpen liggen zoals de proefpersoon ze heeft ingedeeld.
- Blijf vijf minuten in de verduisterde ruimte zitten.
- Geef de proefpersoon nu de tweede set voorwerpen en dezelfde opdracht.
- Doe daarna het licht aan bekijk de resultaten.
Licht en donker
Is er verschil? Zo ja hoe kun je dat verklaren?
Opdracht 4
De onderdelen van het oog
- Bekijk het filmpje De werking van het menselijk oog.
- Bestudeer de Kennisbank.
- Download het werkblad.
Bestudeer pagina 1 en 3 van de Kennisbank .
- Download het werkblad.
- In de eerste kolom staan de onderdelen van het oog. Noteer in de tweede kolom de functies van de onderdelen.
- Noteer in de tweede kolom de functies van de onderdelen.
Bewaar je werkblad. Je kunt het gebruiken als voorbereiding op de toets.
Opdracht 5 Blinde vlek
1
- Ga naar faculty.washington.edu
- Scroll iets naar beneden tot je de bewegende rode stip in beeld hebt.
- Sluit je rechter oog.
- Kijk met je linker oog strak naar het plus teken.
Wat gebeurt er?
2
Bekijk deze tekening om dat te verklaren.

Wat is de juiste uitleg? Maak de zin kloppend.
Op een bepaalde afstand van het plusteken valt het beeld van het rondje precies op de
/
waardoor het rondje dan
/
zichtbaar is.
3
Waardoor heb je normaal gesproken geen last van de blinde vlek?
Gebruik deze tekening om dat te verklaren.

Maak de zin kloppend.
Als je met het rechter oog strak naar het plusteken recht voor je kijkt, valt het beeld van het rondje links in beeld in het rechteroog
/
/
in op de blinde vlek. Daardoor zie je het rondje met het rechteroog altijd, al is het iets
/
.
Opdracht 6
Dichtbij en veraf
De kortste afstand waarop je van een voorwerp nog scherp beeld op je netvlies kunt vormen heet het
nabijheidspunt
.
Bepaal het nabijheidspunt.
in tweetallen
Benodigdheden
:
- De proefpersoon houdt een boek op een armlengte voor zich en probeert de tekst te lezen.
- Hij of zij beweegt het boek nu steeds dichter naar de ogen. Wat is de kortste afstand dat je de letters nog scherp zijn? Stop daar.
- De helper meet wat deze afstand is.
- Wissel dan van rol.
- Vergelijk jullie waarden met die van je klasgenoten.
- Zoek dan een aantal oudere mensen en bepaal hun nabijheidspunt. Wat valt je op?
- Heb je voldoende gegevens? Zet de resultaten dan in een grafiek (kijk in de gereedschapskist hoe dat moet)
Gereedschapskist: Grafiek maken
Opdracht 7 Instellen op de afstand
Bekijk de animatie accomodatie, het filmpje en beantwoord daarna de vraag.
Instellen op de afstand
Beschrijf met eigen woorden hoe het oog zich instelt op het waarnemen van een voorwerp dichtbij.
Gebruik de woorden: lens, voorwerp, netvlies, brandpunt, beeld, accommoderen.
Opdracht 8
Accommoderende ogen
Ogen van mensen kunnen accommoderen: de lens wordt boller of platter.
Beantwoord de volgende vragen over accommoderen.
2
Kies het juiste antwoord.
De bolheid van je ooglens kan variëren.
Het veranderen van de dikte van je ooglens noem je ...