Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets 'De Opstand'.Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score. Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
In de tweede helft van de 16e eeuw kwamen de Nederlanders in verzet tegen de Spaanse overheersing. Dit verzet leidde uiteindelijk tot Nederland als zelfstandige staat. Eén van de hoofdrolspelers tijdens de Opstand wordt hieronder beschreven. Om wie gaat het?“Mijn vader erfde de Nederlanden. Ik ben meer een Spanjaard. In heb een hekel aan die koude en natte provincies met inwoners die niet doen wat ik wil. Ik gaf mijn zus Margaretha opdracht om de Nederlanden te regeren. Ik vind het mijn plicht om de rooms-katholieke kerk in Nederland tegen de protestanten te verdedigen.”
Willem van Oranje
Filips II
In de tweede helft van de 16e eeuw kwamen de Nederlanders in verzet tegen de Spaanse overheersing. Dit verzet leidde uiteindelijk tot Nederland als zelfstandige staat. Welke gebeurtenis wordt wel gezien als het begin van de Opstand?
De moord op Willem van Oranje.
De Beeldenstorm.
In de tweede helft van de 16e eeuw kwamen de Nederlanders in verzet tegen de Spaanse overheersing. Dit verzet leidde uiteindelijk tot Nederland als zelfstandige staat. Zet de vier gebeurtenissen hieronder in chronologische volgorde.
De komst van de hertog van Alva naar de Nederlanden.
Afzweren van Filips II als vorst.
In de tweede helft van de 16e eeuw kwamen de Nederlanders in verzet tegen de Spaanse overheersing. Dit verzet leidde uiteindelijk tot Nederland als zelfstandige staat. Zet de drie gebeurtenissen hieronder in de goede volgorde.
Noordelijke provincies en de steden Antwerpen en Gent verbinden zich in de Unie van Utrecht.
Vrede van Münster
Twaalfjarig Bestand
Het bestuur in de Nederlanden in de 16e eeuw kende verschillende onderdelen. Welk bestuursonderdeel wordt hieronder beschreven?Na de onafhankelijkheid van de Republiek der Verenigde Nederlanden werd dit het hoogste bestuur van de Republiek.
de Staten-Generaal
de Raad van State
Geef hieronder aan welke onderdelen bij het afdrukken of exporteren meegenomen dienen te worden.