Introduction
Het onderwerp van dit blok is Valentijnsdag.
- Maak groepjes van drie of vier leerlingen.
Bespreek de volgende vragen in jouw groepje:
- Wat weet jij van Valentijnsdag?
- Wordt er bij jullie op school iets georganiseerd voor Valentijnsdag?
Zo ja, wat?
- Heb je wel eens een Valentijnskaart gestuurd of ontvangen? Van of naar wie?
Wees gerust, dit hoef je ook nog niet allemaal te weten.
Je gaat hiermee aan de slag in deze opdracht.
Step
|
activiteit activity
|
leerdoel aim
|
tijd time
|
|
|
introduction
|
Je gaat nadenken over wat je al weet.
|
10
|
Step 1
|
|
listening
Valentine’s day
|
Je kunt een gesproken tekst over Valentijnsdag begrijpen en er vragen over beantwoorden. |
15 |
Step 2
|
|
reading
Valentine’s Day
|
Je kunt een tekst over Valentijnsdag begrijpen en er vragen over beantwoorden. |
15 |
Step 3
|
|
vocabulary and irregular verbs
|
Je leert vocabulaire over Valentijnsdag en kunt die gebruiken. De onregelmatige werkwoorden: to eat, to fall, to feed en to feel. |
15 |
Step 4
|
|
grammar
Future
|
Je kunt de Future gebruiken. |
10 |
Step 5
|
|
speaking
Talking about love
|
Je kunt een gesprekje voeren en daarin vertellen over relaties. |
10 |
Step 6
|
|
writing
An email
|
Je kunt een e-mail over Valentijnsdag schrijven. |
20 |
Step 7
|
|
evaluation
|
Nadenken over wat je geleerd hebt. |
5 |
Step 8
|
|
extra
My funny Valentine
|
|
|