Bestudeer de volgende drie Kennisbankitems.
Maak de oefeningen.
Bekijk de driehoek `"PQR"`. Het is een gelijkbenige driehoek.
Bekijk de figuur.
Lijnstuk `"AD"` is de hoogtelijn van driehoek `"ABC"` De `"oppervlakte"` van de driehoek is `30`. `"BD"` `= 10` en `"CD"` `= 2` Bereken `"AD"`.Vul in:
`"AD" = `
Voor een driehoek geldt: `"omtrek" = 12` `"cm"` en `"oppervlakte" = 6` `"cm"^2`.
De afmetingen van de driehoek worden `3 xx` zo groot.Bereken de `"omtrek"` en de `"oppervlakte"` van de driehoek die je dan krijgt.
Vul in:
`"omtrek" =` `"cm"`
`"oppervlakte"` `"cm"^2`
Geef hieronder aan welke onderdelen bij het afdrukken of exporteren meegenomen dienen te worden.