{Score}/{MaxScore}

Een product verkopen

Bestudeer de volgende Kennisbankitems.

Kennisbank  Bedrijfskosten
Kennisbank  Afzet, omzet en winst
Kennisbank  Marketingmix

Maak de opgaven.

Welke bedrijfskosten herken je in de volgende gevallen?

I  Een bakkerij neemt een parttime verkoper in dienst.

II Een beeldhouwer betaalt € 400,- voor zijn bedrijfsruimte.

Welke bedrijfskosten herken in de volgende gevallen?

I  Een slagerij betaalt per maand € 350,- aan elektriciteit en gas.

II Een stukadoor leent € 30.000,- bij een bank voor de aanschaf van een bestelbus.

De pizzakoerier heeft een nieuwe bestelbus nodig.
De aanschafprijs bedraagt € 44.000,-. De eigenaar denkt dat de bestelbus vier jaar te gebruiken is.
Na die vier jaar kan de bus verkocht worden voor € 8000,-.
Hoeveel moet er per jaar worden afgeschreven?

Welke van de volgende kosten reken je tot de constante kosten?
Meerdere antwoorden mogelijk.

Een vlaaienwinkel maakt iedere dag verse vlaaien.
Daarvoor maakt de eigenaar per dag de volgende kosten:

  • ingrediënten € 250,-
  • loonkosten 15 uur à € 32,- per uur
  • overige bedrijfskosten € 650,-

Per dag maakt en verkoopt hij 250 vlaaien.
Bereken de kostprijs van één vlaai.

Seven Hoogdalem heeft een boekenwinkel.

  • Hij berekent de kostprijs van een boek door de inkoopprijs met 35% te verhogen.
  • Hij berekent de verkoopprijs door de kostprijs met 25% te verhogen.

Seven koopt een boek voor € 12,- in.

1 Hoeveel bedraagt de kostprijs?

2 Hoeveel bedraagt de verkoopprijs?

Merel Gerritsen heeft uit haar administratie de volgende gegevens gehaald:

  • inkoopprijs € 245.000,-
  • omzet € 625.000,-
  • bedrijfskosten € 122.000,-

Hoeveel bedraagt haar nettowinst?

Adri van Voort koopt een matras in de Beddenshop.
De matras kost € 219,- inclusief 21% btw.

Hoeveel bedraagt de btw?

Adri van Voort koopt een matras in de Beddenshop.
De matras kost € 219,- inclusief 21% btw.

Wat moet worden ingevuld?
De btw moet door .......................aan de overheid afgedragen worden.

Vul de juiste woorden in:

1  De HEMA is een voorbeeld van een ....1.... .

2 Een supermarkt is een voorbeeld van een ....2.... .

Vul de juiste woorden in:

1 Een supermarkt is een voorbeeld van een ....1.... .

2 Een rijwielshop is een voorbeeld van een ....2.... .

Gaat het om prijspromotie of om productpromotie?

1 Drie halen, twee betalen.

2 Met goud bekroond.

v1.12.0.0 Copyright © 2024 VO-next