Bestudeer de volgende Kennisbankitems.
Maak de opgaven.
De vraag naar arbeid is ................
het totaal aantal banen
het aantal niet bezette banen
het aantal mensen dat een baan wil hebben
Het aanbod vanĀ arbeid is ................
Vragers naar arbeid zijn .......
bedrijven en de overheid
werknemers en werkzoekenden
Als op de vraag naar arbeid groter is dan het aanbod van arbeid spreek je van een ....
ruime arbeidsmarkt
krappe arbeidsmarkt
Welke 'eigenschappen' passen bij een krappe arbeidsmarkt? Meerdere antwoorden mogelijk.
aanbod groter dan de vraag.
werkgevers hebben weinig keus.
werknemers kunnen gemakkelijk een baan vinden.
lonen zullen eerder dalen dan stijgen.
Waar of niet waar? Het Werkbedrijf van het UWV is een commercieel bemiddelingsbureau.
waar
niet waar
De werkgelegenheid is ...........
het aantal mensen met een baan.
het aantal vacatures.
het aantal mensen met een baan + het aantal vacatures.
In een steenfabriek worden per week 120.000 stenen geproduceerd. In de fabriek werken de werknemers allemaal 40 uur per week. De arbeidsproductiviteit per werknemer per uur is 100 stenen.
Bereken de vraag naar arbeid in de steenfabriek.
10 werknemer
25 werknemers
30 werknemers
40 werknemers
John Versteeg is 34 jaar oud en heeft een eigen bedrijf. Ellie Versteeg is 32 jaar en werkt bij de gemeente. Behoren John en Ellie tot de beroepsbevolking?
John en Ellie behoren beide tot de beroepsbevolking.
John behoort wel tot beroepsbevolking, Ellie niet.
John behoort niet tot beroepsbevolking, Ellie wel.
John en Ellie behoren beide niet tot beroepsbevolking.
Bekijk de ontwikkelingen. Welke ontwikkelingen ledien tot een toename van het aanbod van arbeid? Meerdere antwoorden mogelijk.
het aantal immigranten neemt toe.
het aantal herintreders neemt toe.
de leeftijd waarop mensen met pensioen gaat stijgt.
de leertijd waarop jongeren mogen gaan werken wordt verhoogd.
het aantal mensen dat van baan verandert stijgt.
Werk kun je onderverdelen in werk in de formele sector en werk in de informele sector. Wat zijn voorbeelden van werk in de informele sector.
werk in eigen huishouding
zwartwerken
vrijwilligerswerk
werken bij de gemeente
werken in de bouw
Kies het juiste antwoord. Als je zwart werkt, is .....
je nettoloon hoger dan je brutoloon
je nettoloon gelijk aan je brutoloon
je nettoloon lager dan je brutoloon
Geef hieronder aan welke onderdelen bij het afdrukken of exporteren meegenomen dienen te worden.