{Score}/{MaxScore}

Geld en banken

Bestudeer de volgende items uit de Kennisbank.

Kennisbank  Betalen
Kennisbank  Banken

Maak de volgende opgaven.

Je koopkracht is de hoeveelheid producten die je kunt kopen.
Welke woorden moeten worden ingevuld?
Je koopkracht kan afnemen als:
- je inkomen ….1…,
- de prijzen van producten …2…

De drie functies van geld zijn: betaalmiddel, spaarmiddel en rekenmiddel.

Als je prijzen van goederen met elkaar vergelijkt, gebruik je geld als .....

De drie functies van geld zijn: betaalmiddel, spaarmiddel en rekenmiddel.

Als je een begroting voor een klassenfeest maakt, gebruik je geld als .....

De drie functies van geld zijn: betaalmiddel, spaarmiddel en rekenmiddel.

Als je iedere maand een deel van je geld niet uitgeeft, gebruik je geld als .....

De drie functies van geld zijn: betaalmiddel, spaarmiddel en rekenmiddel.

Als je met internetbankieren een bedrag overschrijft omdat je iets hebt gekocht, gebruik je geld als .....

Op een bankafschrift vind je het vorig tegoed, de afschrijvingen, de bijschrijvingen en het nieuwe tegoed.
Op een afschrift zie je:
- vorig tegoed: € 345,40
- totaal afschrijvingen: € 549,45
- totaal bijschrijvingen: € 456,65

Bereken het nieuwe tegoed.

  • €   

Waar of niet waar?
I  De papierwaarde van een biljet van 20-euro is minder dan 20 euro.
II De euromunten zijn in alle landen die meedoen met de euro hetzelfde.

Geld kun je onderverdelen in chartaal geld en giraal geld.
Vul steeds de juiste woorden in.

  • Een bankbiljet van 20 euro is  geld.
  • Geld op een rekening bij de (post)bank is geld.
  • Als je in een winkel met een betaalpas betaalt, betaal je    .
  • Je hebt een eurobankbiljet van 100 euro. Je gaat naar de bank en stort het bedrag op je bankrekening. Hierdoor is de hoeveelheid  geld kleiner geworden en de hoeveelheid   geld groter geworden.
  • In Nederland is de totale waarde van het  geld groter dan de totale waarde van het  geld.

Je koopkracht is de hoeveelheid producten die je kunt kopen.
Welke woorden moeten worden ingevuld?
Je koopkracht kan afnemen als:
- je inkomen ….1…,
- de prijzen van producten …2…

Wanneer spreek je van prijscompensatie?
Bij een loonsverhoging met een percentage dat ......... is aan het inflatiepercentage?

Meneer Gorez verdiende afgelopen jaar € 2500,- per maand.
De inflatie was het afgelopen jaar 4%.
De werkgever van meneer Gorez wil hem een reële loonsverhoging geven.
Bij welk nieuw maandloon is er sprake van een reële loonsverhoging?

De drie functies van geld zijn: betaalmiddel, spaarmiddel en rekenmiddel.
Welke woorden moeten worden ingevuld?
- Als je een begroting voor een klassenfeest maakt, gebruik je geld als …1…
- Als je prijzen van goederen met elkaar vergelijkt, gebruik je geld als …2…

De drie functies van geld zijn: betaalmiddel, spaarmiddel en rekenmiddel.
Welke woorden moeten worden ingevuld?
- Als je iedere maand een deel van je geld niet uitgeeft, gebruik je geld als …1…
- Als je met internetbankieren een bedrag overschrijft, gebruik je geld als …2…

Op een bankafschrift vind je het vorig tegoed, de afschrijvingen, de bijschrijvingen en het nieuwe tegoed.
Op een afschrift zie je:
- vorig tegoed: € 345,40
- totaal afschrijvingen: € 549,45
- totaal bijschrijvingen: € 456,65

Bereken het nieuwe tegoed.

  • €   

v1.12.0.0 Copyright © 2024 VO-next