Water in Nederland - vmbo gt 2015-2 | SterMonitor Aardrijkskunde

Vraag 1

Stroomgebieden van internationale rivieren

Gemiddelde maandafvoer van de Maas

Gemiddelde maandafvoer van de Rijn

Nederland maakt deel uit van de stroomgebieden van de Maas en de Rijn.
Achter welke letter staan de juiste gegevens over de Maas en de Rijn?

	de Maas	de Rijn
A	een gemengde rivier Het debiet is lager dan dat van de Rijn.	een regenrivier Het debiet is hoger dan dat van de Maas.
B	een regenrivier Het debiet is hoger dan dat van de Rijn.	een gemengde rivier Het debiet is lager dan dat van de Maas.
C	een gemengde rivier De bron ligt lager dan 500 meter.	een regenrivier De bron ligt hoger dan 1500 meter.
D	een regenrivier De brond ligt lager dan 500 meter.	een gemengde rivier De bron ligt hoger dan 1500 meter.

A

B

C

D

Vraag 2

Nederland, reliëf

	de Alblasserwaard	de Betuwe
A	ligt boven NAP ligt stroomopwaarts van de betuwe	ligt onder NAP ligt stroomafwaarts van de Alblasserwaard
B	ligt boven NAP ligt stroomafwaarts van de Betuwe	ligt onder NAP ligt stroomopwaarts van de Alblasserwaard
C	ligt onder NAP ligt stroomopwaarts van de Betuwe	ligt boven NAP ligt stroomafwaarts van de Alblasserwaard
D	ligt onder NAP ligt stroomafwaarts van de Betuwe	ligt boven NAP ligt stroomopwaarts van de Alblasserwaard

Op de kaart staan de landstreken de Alblasserwaard en de Betuwe aangegeven.
Achter welke letter staan de juiste gegevens over de Alblasserwaard en de Betuwe?

A

B

C

D

Vraag 3

Invloed van de waterstand op natuurgebieden

Oost-Nederland heeft in een gemiddelde zomer last van een … P … . Dit leidt tot … Q … van natuurgebieden.
Achter welke letter staan de juiste woorden ingevuld bij P en Q?

	P	Q
A	hoge grondwaterstand	vernatting
B	hoge stand van het oppervlaktemeer	verzuring
C	lage grondwaterstand	verdroging
D	lage stand van het oppervlaktewater	verzilting

A

B

C

D

Vraag 4

De Waal tussen Varik en Brakel: mogelijke maatregelen

In de legenda van de kaart staan maatregelen om de rivier meer ruimte te geven. Daan, Emma en Bram doen ieder een bewering over ingrepen in het rivierengebied.
Geef aan bij elke bewering aan of deze juist is of onjuist.

Daan beweert dat het verlagen van de uiterwaarden niet meer ruimte biedt voor de rivier .

Emma beweert dat de rivier meer ruimte krijgt doordat winterdijken verder van de rivier aangelegd worden .

Bram beweert dat het verlagen van de kribben geen invloed heeft op de stroomsnelheid van de rivier .

Vraag 5

Samenhang Rijnkanalisatie, Maaskanalisatie en de (Zuiderzee- en) Deltawerken
kaart 1: gevolgen van de Rijnkanalisatie zonder de effecten van de Deltawerken

kaart 2: waterverdeling na Rijnkanalisatie en uitvoering Deltawerken

Noem voor Noord- en Midden-Nederland twee voordelen van de extra hoeveelheid water die via de IJssel wordt afgevoerd.

Vraag 6

Samenhang tussen de Rijnkanalisatie, Maaskanalisatie en de (Zuiderzee- en) Deltawerken
kaart 1: gevolgen van de Rijnkanalisatie zonder de effecten van de Deltawerken