Joris en Karin zijn het niet met elkaar eens.
Volgens Joris is het op vakantie gaan een vorm van exporteren.
Hij zegt: "Je gaat toch naar het buitenland."
Karin denkt dat in het buitenland op vakantie gaan juist een vorm van importeren is.
Zij zegt: "De Nederlanders kopen dan goederen en diensten in het buitenland."
Wie heeft volgens jou gelijk?
Bespreek het antwoord met een klasgenoot.