Leuk dat je aan de slag gaat. Je kunt hier gewoon oefenen. Dat mag iedereen.Maar je bent niet ingelogd, dus je gegevens worden niet opgeslagen.Doet je school mee, dan kun je hier inloggen.
Kies je voor eindopdracht A, dan maak je de toets. Aan het eind van de toets zie je je score. Succes!
Lees de twee omschrijvingen. Wat wordt omschreven? 1 Een grens tussen twee stroomgebieden. 2 Een stelsel van aftakkingen van een rivier in de benedenloop.
1 = Waterscheiding, 2 = Rivierdelta
1 = Waterscheiding, 2 = Stroomgebied
1 = Rivierverloop, 2 = Rivierdelta
1 = Rivierverloop, 2 = Stroomgebied
Lees de twee omschrijvingen. Wat wordt omschreven? 1 Gebied waaruit een rivier het overtollige water afvoert. 2 Het verval van een rivier van de bron tot de monding.
1 = Stroomgebied, 2 = Benedenloop
1 = Stroomgebied, 2 = Rivierverloop
1 = Rivierdelta, 2 = Benedenloop
1 = Rivierdelta, 2 = Rivierverloop
Lees de twee omschrijvingen. Wat wordt omschreven? 1 Het deel van de rivier bij de bron. 2 Het deel van de rivier bij de monding.
1 = Benedenloop, 2 = Bovenloop
1 = Benedenloop, 2 = Rivierverloop
1 = Bovenloop, 2 = Benedenloop
1 = Bovenloop, 2 = Rivierverloop
Zet de landschapsonderdelen in de goede volgorde vanaf de rivier naar verder van de rivier.
kom
dijk
uiterwaard
bedding
Bekijk het kaartje van Nederland. Op het kaartje zijn verschillende landschappen aangegeven. Eén van die landschappen is het rivierkleilandschap. Welke kleur heeft het rivierkleilandschap.
donkergroen
lichtgroen
paars
geel
Welke beschrijvingen passen bij het ontstaan van een meander in een rivier?
Het water in de buitenbocht stroomt snel.
In de buitenbocht wordt sediment afgezet.
In de binnenbocht slijt de oever niet af, maar groeit die juist aan.
Een hoefijzermeer ontstaat uit een meander die is doorgebroken.
Meanders ontstaan in de bovenloop van de rivier.
Welke uitspraak is goed?
Uitspraak 1 is goed.
Uitspraak 2 is goed.
Geef hieronder aan welke onderdelen bij het afdrukken of exporteren meegenomen dienen te worden.