Geef in de volgende situaties aan of Nederland producten heeft geïmporteerd of heeft geëxporteerd.

I  In de supermarkt liggen Spaanse sinaasappelen.

II In de Franse supermarkt kun je Nederlandse kaas kopen.

Geef in de volgende situaties aan of er voor Nederland sprake is van import of export.

I  Een Nederlandse toerist gaat skiën in Zwitserland.

II Een Nederlands bedrijf krijgt een opdracht in Amerika.

Geef in de volgende situaties aan of er voor Nederland sprake is van import of export.

I  Een Duitse toerist verblijft een weekend in een vakantiehuisje in Zandvoort.

II Een Amerikaanse arts doet een operatie in een Nederlands ziekenhuis.

Nederland handelt veel met Duitsland.
Bij het importeren en exporteren kun je een goederenstroom en een geldstroom onderscheiden.

Kies het juiste antwoord.

Kies het juiste antwoord.

Een land met een open economie is een land .......

Kies de juiste woorden.

I  Een land met een positief saldo op de betalingsbalans heeft een ...1... .

II Is de waarde van de export gelijk aan de waarde van de import dan is de betalingsbalans ...2... .

Bekijk de volgende zinnen. Geef per zin aan of de geldstroom die bij de zin hoort een positief of een negatief effect heeft op de Nederlandse betalingsbalans.

I  Het aantal Nederlanders dat naar het buitenland op vakantie gaat, neemt sterk toe.

II Steeds meer Nederlanders kopen een Japanse televisie in plaats van een Nederlandse televisie.

Bekijk de volgende zinnen. Geef per zin aan of de geldstroom die bij de zin hoort een positief of een negatief effect heeft op de Nederlandse betalingsbalans.

I  Het aantal buitenlandse schepen dat de Rotterdamse haven bezoekt is ook dit jaar weer toegenomen.

II Een Amerikaanse ondernemer koopt een Nederlands bedrijf op.

In een bepaald jaar geldt dat het aantal geëxporteerde producten met 5% is toegenomen.
De gemiddelde prijs per geëxporteerd product is met 2% gedaald.

Wat is het effect op de exportwaarde?

Waar of niet waar?

I  Tussen de multinationals Shell en Heineken is er sprake van internationale concurrentie.

II Tussen alle landen van de EU is er sprake van vrijhandel.

Waar of niet waar?

I  Je kunt in alle EU-landen met de euro betalen.

II Alle euromunten in de verschillende landen zijn hetzelfde.

Het invoeren van de euro heeft voor de inwoners van de landen die meedoen voordelen als ze naar een euroland op vakantie gaan.

Welke twee voordelen?

Bekijk de tabel.

Bereken hoeveel euro je krijgt voor 500 Noorse kroon.

Bekijk de tabel.

Bereken hoeveel je betaalt voor 4.000.000 Japanse yen.

Uit de krant:
DE KOERS VAN DE DOLLAR OPNIEUW GEDAALD

Vul in 'dalen' of 'stijgen'.

Als de koers van de dollar daalt, dan ...1... de prijzen van goederen uit de VS in Nederland.

Als de koers van de dollar daalt, dan zal het aantal goederen dat uit de VS wordt geïmporteerd ...2.. .