{Score}/{MaxScore}

Stap 1: Internationale arbeidsverdeling

De verdeling van het maken van goederen en diensten over de verschillende landen noem je internationale arbeidsverdeling. Deze arbeidsverdeling maakt handel tussen landen nodig en maakt het mogelijk dat een land zich gaat toeleggen op het maken van die producten die het best bij dat land passen. Internationale arbeidsverdeling stimuleert de handel tussen landen. Door de toename van de internationale handel raken gebieden overal op aarde steeds meer met elkaar betrokken. Voor die toename van betrokkenheid wordt wel de term globalisering gebruikt.

Het kopen van producten in het buitenland noem je invoeren of importeren.
Het verkopen van producten aan het buitenland noem je uitvoeren of exporteren.
Bekijk de afbeelding.

Doe de vier oefeningen.

Internationale arbeidsverdeling

Welke producten een land voortbrengt, hangt onder andere af van de ligging, van het klimaat en van het opleidingsniveau van de inwoners van het land.

  1. Waarom ga je voor een zonvakantie naar Griekenland en voor een wintersport naar Zwitserland?
  2. Als je aan je hart geopereerd moet worden, kun je beter naar Amerika gaan dan naar Oeganda. Leg uit waarom.
  3. Waarom komen sinaasappelen uit Spanje en niet uit Denemarken?

Import en export

Selecteer het juiste woord in de volgende zinnen.

a. Als Nederland goederen / , gaan er een goederen van Nederland naar het buitenland en geld van het buitenland naar Nederland.
 

b. Als Nederland goederen / , gaan er goederen van het buitenland naar Nederland en geld van Nederland naar het buitenland.

Import of export?

Lees de volgende zinnen.
Geef per zin aan of er sprake is van import of van export.

Een Nederlandse supermarktketen koopt sinaasappelen in Spanje.
Een Nederlandse tuinder verkoopt drie ton tomaten aan een Duits bedrijf dat tomatenketchup maakt.
Een Engelse toerist slaapt in een Amsterdams hotel.
Een Nederlands bouwbedrijf krijgt een opdracht om een brug te bouwen in het Midden-Oosten.
Je gaat met je familie een weekje skiën in Zwitserland.

Veel Nederlanders gaan in de zomer en/of in de winter op vakantie naar het buitenland.
Op vakantie gaan is eigenlijk ook een voorbeeld van handelen met het buitenland.

Op vakantie

Joris en Karin zijn het niet met elkaar eens.
Volgens Joris is het op vakantie gaan een vorm van exporteren: je gaat toch naar het buitenland.
Karin denkt dat in het buitenland op vakantie gaan juist een vorm van importeren is: de Nederlanders kopen goederen en diensten in het buitenland.

Wie heeft er gelijk?

v1.12.0.0 Copyright © 2025 VO-next