{Score}/{MaxScore}

Stap 3: Directe/indirecte ruil

Het ruilen van producten tegen producten noem je directe ruil.
Gebruik je geld om een product te kopen, dan noem je dat indirecte ruil.

Maak de twee onderstaande opdrachten.

Directe of indirecte ruil?

Geef aan of er in de volgende gevallen sprake is van directe ruil of van indirecte ruil.
Klik steeds op het juiste antwoord.

Gerard krijgt bijles scheikunde. Iedere bijles kost € 15,-.      -

Nienke koopt een boek. Ze betaalt met een boekenbon die ze voor haar verjaardag heeft gekregen.        -

Voor de verbouwing van het clubhuis krijgt de aannemer twee gratis seizoenskaarten. -

Van fiets naar computerspel

Overleg met een klasgenoot

Stel je voor dat er geen geld zou zijn (er is dus alleen directe ruil mogelijk) en je hebt een vakantiebaantje in een fietsenfabriek.
Per week krijg je als loon één fiets. Je wilt graag een nieuw computerspel hebben.

Omschrijf welke problemen je tegenkomt voor je het computerspel bemachtigd heb.

 

v1.12.0.0 Copyright © 2025 VO-next