{Score}/{MaxScore}

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.

Bloed
Lichaamsvocht, dat zuurstof en opgeloste stofwisselingsproducten naar de weefsels aanvoert, en koolstofdioxide en afvalproducten afvoert. Ook transporteert bloed hormonen en warmte, zorgt het voor verdediging tegen indringers en voor bloedstolling bij verwondingen.
Bloedsomloop
Het stromen van bloed door aders, slagaders en haarvaten door het lichaam heen.
Slagaders
Bloedvat waardoor zuurstofrijk bloed van het hart wegstroomt om de verschillende organen van zuurstof te voorzien. Een slagader heeft een dikke wand, is elastisch en de bloeddruk in de slagaders is hoog. Alleen de longslagader bevat zuurstofarm bloed.
Aders
Bloedvat waardoor zuurstofarm bloed vanaf de organen naar het hart stroomt om afvalstoffen af te voeren. Een ader heeft een dunne wand en een lage bloeddruk. Uitzondering is de longader: die bevat zuurstofrijk bloed.
Haarvaten
Allerkleinste bloedvaten in de organen. De wand is heel dun, zodat het bloed en orgaan stoffen gemakkelijk kunnen uitwisselen.
Hart
Een spier die regelmatig samentrekt en zorgt voor het stromen van het bloed door het bloedvatenstelsel.
Boezem
Onderdeel van het hart. Een gezond hart heeft een linker- en een rechterboezem.
Kamer
Onderdeel van het hart. Een gezond hart heeft een linker- en een rechterkamer.
Aorta
Belangrijke lichaamsslagader die bloed vanuit de linkerkamer het lichaam in pompt.
Kleine bloedsomloop
Deel van de bloedsomloop dat ervoor zorgt dat zuurstofarm bloed weer zuurstofrijk kan worden: zuurstofarm bloed stroomt van het hart door de longslagader naar de longen. Van de longen stroomt het zuurstofrijke bloed via de longader terug naar het hart.
Grote bloedsomloop
Deel van de bloedsomloop dat ervoor zorgt dat zuurstofrijk bloed door het lichaam stroomt naar alle organen (behalve de longen).
v1.12.0.0 Copyright © 2025 VO-next