{Score}/{MaxScore}

D-toets
Je sluit het thema Omgeving af met het maken van een diagnotische toets.

De toets bestaat uit 7 vragen. Je hebt een voldoende voor de toets als je 6 van de 7 vragen goed hebt beantwoord.

1

Zijn de volgende beweringen waar of niet waar?

IĀ Ā  Een houten stoel is levenloos.
IIĀ  Water is levenloos.
III Visvoer is levenloos.

2

Zijn de volgende beweringen waar of niet waar?

IĀ Ā Ā  Gaan watertanden als je snoep ziet, is een voorbeeld van waarnemen.
IIĀ  Ā Een baby verandert in een kleuter is een voorbeeld van ontwikkelen.

3

Het geheel van planten, dieren en het gebied waar ze in leven, noem je een ecosysteem. In een ecosysteem komen voedselrelaties tussen planten en dieren en dieren onderling voor. Voedselrelaties kun je weergeven in een voedselketen of in een voedselweb.

Lees de volgende zin. Welke woorden moeten op de open plaatsen?

Een ....1.... bestaat uit meerdere ....2.... .

4

Een voedselketen laat zien welke voedselrelatie er tussen organismen bestaat.Ā In een voedselketen kun je consumenten, reducenten en producenten onderscheiden.


In welke volgorde kom je deze groepen tegen in een voedselketen?

5

Bekijk de volgende organismen:

wolf - aardbeiplant - varken - melkzuurbacterie- vliegenzwam - kastanjeboom


Welke van deze organismen zijn reducenten?

6

Bekijk de volgende organismen:
sojabonen - plantaardig plankton - regenworm - koe

Welke van deze organismen zijn producenten?

7

Een biologisch afbreekbare stof is een stof die door micro-organismen af te breken is. Voorbeelden van micro-organismen zijn bacteriƫn en schimmels.

Bekijk de volgende stoffen.

stukje papier - plastic pen - houten potlood - glazen potje - ijzeren spijker


Welke van deze stoffen zijn biologisch afbreekbaar?

v1.12.0.0 Copyright © 2025 VO-next