Meervoud

De meeste zelfstandig naamwoorden hebben een enkelvoud en een meervoud.
Er zijn verschillende manieren om het meervoud te maken.

1 Plaats een '-s' achter het woord.

  • one friend - two friends

2 Eindigt het woord op een sis-klank dan voeg je '-es' toe.

  • one box - two boxes

3 Eindigt een woord op een 'y' dan wordt dit soms 'ies' in het meervoud.

  • one baby - two babies

4 Een aantal woorden die op '-f' of '-fe' eindigen krijgen '-ves' in het meervoud.

  • one knife - two knives

5 Een aantal woorden die eindigen op 'o' krijgen 'oes' in het meervoud.

  • one tomato - two tomatoes

6 Sommige woorden veranderen niet als ze in het meervoud worden gebruikt.

  • one sheep - two sheep
  • one fish - two fish

7 Onregelmatig

  • one man - two men
  • one woman - two women
  • one child - two children
  • one foot - two feet