Vrouwelijk voortplantingsstelsel
Hieronder zie je het vrouwelijk voortplantingsstelsel.
Baarmoeder:
De baarmoeder is zo groot als een kleine vuist. De wand van de baarmoeder bestaat uit spieren plus een slijmlaag.
De baarmoeder is hol. De holte staat in verbinding met de vagina (schede). In de baarmoeder kan een bevruchte eicel ofwel zygote uitgroeien tot een baby.
Eileider:
De eitrechters lijken een beetje op een hand. Ze zijn het begin van de eileiders.
Bij de eisprong ofwel ovulatie komt de eicel in de eileider.
Eierstok:
De twee eierstokken of ovaria zijn ongeveer zo groot als een golfbal. In de eierstok liggen vanaf de geboorte de nog onrijpe eicellen. Bij meisjes vanaf ongeveer elf jaar wordt er elke maand een eicel rijp.
Urineblaas:
Blaas waarin de urine tijdelijk wordt opgeslagen. De urine wordt gevormd in de nieren.
Urinebuis:
Buis waardoor de urine het lichaam verlaat.
Vagina (schede):
De vagina (schede) verbindt de baarmoeder met de buitenwereld. De vagina is het geboortekanaal waardoor de baby geboren kan worden.