Voltooid deelwoord

Bij regelmatige werkwoorden maak je het voltooid deelwoord door '-ed' achter het werkwoord te zetten.
Net als bij de past simple verandert de -y soms in een -ie en wordt de laatste medeklinker soms verdubbeld.

Voorbeelden:

Tegenwoordige tijd verleden tijd voltooid deelwoord
to play played played
to live lived lived
to own owned owned
to work worked worked
to cry cried cried
to prefer preferred preferred