Prikkels en impulsen
Zintuigen bestaan uit zintuigcellen. Zintuigcellen nemen prikkels uit de omgeving waar. Als dat gebeurt, onstaan er in de zintuigcellen impulsen. Dat zijn elektrische stroompjes die door de zintuigcellen aan zenuwcellen worden doorgegeven.
De zenuwcellen vormen samen zenuwen. De zenuwen zijn lange dunne draden, die door het hele lichaam lopen. Ze verbinden de zintuigcellen met de hersenen.
Als de impuls in de hersenen terechtkomt, reageer je op de prikkel.
De hersenen sturen een impuls naar de spieren. Komt de impuls bij de spier aan, dan komen de spiercellen in actie. Is de reactie bedacht, dan noem je de reactie bewust.
Soms gebeuren er dingen buiten je wil om; je spreekt dan van een onbewuste reactie. Een snelle onbewuste reactie noem je een reflex.
