Impuls via de hersenen

Zintuigcellen nemen prikkels uit de omgeving waar.
Als dat gebeurt, ontstaan er in de zintuigcellen impulsen.
Impulsen gaan via de gevoelszenuwcellen en de ruggenmerg/ hersenstam naar het centrale zenuwstelsel. In de hersenen wordt de informatie die binnenkomt verwerkt. De hersenen sturen via de ruggenmerg/hersenstam en de bewegingszenuwcellen impulsen terug naar de spieren of de klieren. Dus:

zintuig - gevoelszenuwcellen - ruggenmerg/hersenstam - hersenen - ruggenmerg/hersenstam - bewegingszenuwcellen - spieren/klieren
Een voorbeeld:

  • Er wordt aan de deur gebeld.
  • Het geluid bereikt je oor en wordt waargenomen door zintuigcellen in je oor.
  • Via de gehoorzenuw gaan er impulsen naar het gehoorcentrum in de hersenen.
  • Je wordt je bewust van het geluid.
  • Vanuit de hersenen gaan er impulsen naar je beenspieren.
  • Je staat op om de deur open te gaan doen.

Ook regelen sommige delen van het centrale zenuwstelsel onbewuste processen
in je lichaam. Zoals ademhalen en je hartslag.