Je proeft niet alleen met je tong

Als je een banaan, snoepje of ijsje eet, nemen de smaakzintuigen telkens zoet waar.
Toch kun je de verschillende zoetigheden gemakkelijk herkennen.
Bij het herkennen van verschillende smaken kunnen zowel smaakzintuigen als reukzintuigen, gehoorzintuigen en gezichtszintuigen een rol spelen.

1
In je tong liggen tastzintuigen, warmtezintuigen en koudezintuigen. De tastknopjes in je tong voelen of iets vloeibaar is, vast, rul, zacht of hard. De warmte- en koudezintuigen in je tong nemen de temperatuur van je eten en drinken waar.

2
Tijdens het kauwen en slikken komen er niet alleen smaakstoffen vrij maar ook geurstoffen. Tussen de mondholte en de neusholten is er een open verbinding. Geurstoffen worden waargenomen door het reukzintuig boven in de neus. De zintuigcellen van het reukzintuig geven aan de hersenen door welke geur ze waarnemen.

3
Het gezichtszintuig speelt ook een belangrijke rol bij het herkennen van een product. Probeer maar eens: als je een blinddoek om hebt is het veel moeilijker om snel te zeggen wat je proeft.

4
Als je een blikje fris drinkt, hoor je een zacht gesis van ontsnappende belletjes koolstofdioxide. Je gehoorzintuig speelt ook een rol bij het herkennen van een product