Imiteren

Kinderen doen dingen na die ze zien van ouderen. Ze leren dan het gedrag van ouderen. 
Dat nadoen van andermans gedrag heet imiteren.


 

In Engeland zette een melkboer vroeger de flessen melk voor de deur van zijn klant. Toevallig ontdekte een meesje hoe het door met zijn snavel een gaatje in de dop te maken van de melk kon drinken. Hetje mees herhaalde het gedrag dagelijks. Al spoedig aapten andere mezen het gedrag na en binnen enkele jaren was dit gedrag over heel Engeland verspreid.

Een kind praat na wat het hoort. Later ontdekt het dat bij een woord een bepaalde betekenis hoort.
Deze ervaring wordt opgeslagen in het geheugen.

Makaken (een apensoort) op een Japans eiland spoelen de zanderige knollen die ze eten eerst schoon. Op zeker moment zagen onderzoekers een makaak die zijn aardappels in zeewater waste. Andere makaken aapten dit gedrag na en spoedig deden ze het allemaal.