Tekort of overschot


De regering stelt ieder jaar een begroting op.
In de begroting staat hoeveel geld er wordt uitgegeven en hoeveel geld er binnenkomt.

Als de overheid meer geld uitgeeft dan er binnenkomt, spreek je van een begrotingstekort. Om de uitgaven toch te kunnen doen, moet de overheid geld lenen. Doordat de overheid jaren achtereen een tekort heeft gehad, is er een staatschuld ontstaan. Over deze staatsschuld moet ieder jaar rente worden betaald.

Als de inkomsten hoger zijn dan het bedrag dat de overheid uitgeeft, spreek van een begrotingsoverschot.
Met een overschot kan de regering verschillende dingen doen, denk aan:

  • extra uitgaven voor onderwijs, zorg en veiligheid.
  • belastingverlaging voor de burgers.
  • aflossen van de staatsschuld.