Vergroten en verkleinen
Bij een vergroting of een verkleining van een figuur worden alle lengtes van de figuur met hetzelfde getal vermenigvuldigd.
Dat getal noem je de vermenigvuldigingsfactor.
Bij een vergroting of een verkleining van een figuur veranderen de grootte van de hoeken van de figuur niet.
Voorbeeld
Je ziet Δ`"ABC"` en Δ`"DEF"`.
Alle zijden van Δ`"DEF"` zijn `3` × zo groot dan de zijden van Δ`"ABC"`.
De vermenigvuldigingsfactor is dus `3`.
De hoeken van Δ`"ABC"` zijn gelijk aan de hoeken van Δ`"DEF"`.