Omtrek en lengtematen
De omtrek van een figuur is de lengte van de buitenrand.
Je bepaalt de omtrek door de figuur 'om te trekken'.
Je telt welke afstanden je aflegt tot je weer bij het beginpunt uitkomt.
- De omtrek van de figuur hiernaast is:
`"AB" + "BC" + "CD" + "DA"` ≈ `4 + 5 + 6","1 + 6 = 21","1`
Om de omtrek van een figuur weer te geven, gebruik je vaak
een lengtemaat.
Voorbeelden van lengtematen zijn:
kilometer (`"km"`), hectometer (`"hm"`), decameter (`"dam"`), meter (`"m"`),
decimeter (`"dm"`), centimeter (`"cm"`) en millimeter (`"mm"`).
`"km"` |
`"hm"` |
`"dam"` |
`"m"` |
`"dm"` |
`"cm"` |
`"mm"` |