Verhoudingen
Een verhouding geeft een evenredig verband tussen twee variabelen weer.
In het dagelijks spraakgebruik kom je regelmatig verhoudingen tegen.
Voorbeelden
- Vier van de vijf jongens zijn gek op voetbal.
- Er zijn drie keer zoveel meisjes als jongens.
- De verhouding van limonadesiroop en water is `1` : `6` (`1` staat tot `6`).
- Eén centimeter op de kaart is in werkelijkheid `10 "km"`.
- Je hebt een kans van één op tien dat je gekozen wordt.