Rekenen met lettervariabelen

Gelijke (letter)variabelen kun je bij elkaar optellen of van elkaar aftrekken.

Voorbeelden

  • `"a" + "a" = 2 xx "a" = 2"a"`
  • `2 xx "b" + 3 xx "b" = 5 xx "b" = 5"b"`
  • `5 xx "a"  –  2 xx "a" = 3 xx "a" = 3"a"`
  • `4 xx "b" – "b" = 3 xx "b" = 3"b"`
  • `4"b" + 2"a" + 2"b" = 6"b" + 2"a"`
  • `6"p" + 3"q" – 2"p"  – 4"q" = 4"p"  – "q"`

Voorbeeld
Het figuur hiernaast is gemaakt met kortere (`"a"`) en langere lucifers (`"b"`).
De `"omtrek"` van de figuur is:

`"b" + "b" + "a" + "b" + "a" + "a" + "a" + "b" = 4"a" + 4"b"`

Als `"a" = 4` en `"b" = 6`, dan `"omtrek"` = `4 xx 4 + 4 xx 6 = 40`