Licht en schaduw


Een lichtbron straalt licht uit.
Lichtbronnen die zelf licht uit stralen noem je directe lichtbronnen. Een indirecte lichtbron is een lichtbron die het licht van een andere lichtbron weerkaatst.

Licht verspreidt zich van een lichtbron in alle richtingen.
Een kenmerk van lichtstralen is dat ze altijd rechtdoor gaan.
Een bundel lichtstralen noem je ook wel een lichtbundel.
Omdat lichtstralen altijd rechtdoor gaan, kan het licht op sommige plekken niet komen. Waar het licht niet kan komen, heb je schaduw.

Licht heeft geen medium (gas, vloeistof of vaste stof) nodig om zich te verplaatsen. Licht kan zich ook door vacuüm verplaatsen.
De lichtsnelheid waarmee licht zich door vacuüm (een ruimte zonder stoffen) verplaatst is ongeveer 300.000 km/s. De lichtsnelheid in water is ongeveer 225.000 km/s.