Waterstand
Nederland ligt laag. Daarom zijn dijken en waterkeringen zo belangrijk.
Als we die niet zouden hebben, zou Nederland voor een deel onder water liggen.
Dijken moeten regelmatig worden gecontroleerd.
Men meet de waterhoogte en de landhoogte.
Alle hoogten worden gemeten ten opzichte van het niveau Normaal Amsterdams Peil (NAP).
Een NAP-hoogte van 0 meter is ongeveer gelijk aan het gemiddeld zeeniveau.
Het NAP wordt duidelijk gemaakt met peilmerken.
Dat zijn meetmerken die je soms ziet op gebouwen, bruggen en viaducten.
Er zijn er zo'n 35.000 in heel Nederland.
Er zijn dus veel peilmerken te vinden waaraan de NAP-hoogte afgelezen kan worden.